De afgelopen weken heb ik heel wat Nederlandse speciaalbier brouwers aan de telefoon gehad. Met name om eens te inventariseren hoeveel hectoliters de speciaalbier brouwers in Nederland nu echt brouwen. Er gaan zoveel getallen de ronde dat de enige oplossing is om bij de bron navraag te doen. Zoals met alle brouwers is afgesproken, ga ik verder geen uitspraken doen over de hectoliters die individueel door brouwerijen worden gebrouwen. Door brouwers als Hertog Jan, Budelse, Lindeboom en Gulpener niet mee te nemen, zij brouwen immers ook een groot deel pils, kom ik voor de 165 brouwerijen, inclusief La Trappe, op zo’n 140.000 hectoliter totaal.
Eén ding is zeker het gaat bijzonder goed met de top 25 van de kleinere speciaalbier brouwers. Ze groeien gemiddeld zo’n 20 procent op jaarbasis en sommigen nog harder. Met heel wat kleinere brouwers sprak ik ook over export. Een terugkerend verhaal was dat de samenwerking tussen de brouwerijen om gezamenlijk de krachten te bundelen naar het buitenland moeizaam tot niet goed verliep. Dit zonder verder verwijten te maken, naar collega’s maar het is gewoon niet op poten gezet en het komt ook niet echt van de grond. Men wil elkaars markt nog niet prijs geven en exporteren is duur en er komt veel werk bij kijken. Wellicht moet het zo zijn dat export straks net als in België in de jaren tachtig uit nood wordt geboren. Als de markt in Nederland door de vele speciaalbieren verzadigd is geraakt.
Op breed vlak worden in de bierbranche nu krachten gebundeld om jaarlijks de Week van het Nederlandse Bier te organiseren. Een geweldige samenwerking die bier op de Nederlandse kaart zet. Om voor de toekomst onze Nederlandse creaties veilig te stellen is het misschien ook eens tijd om in de export gezamenlijk op te trekken en krachten te bundelen? Op kleine schaal wordt dit zeker niet nagelaten maar de kleine brouwers die naar het buitenland exporteren geven aan dat het jammer is dat iedere brouwer het complete exportwiel opnieuw moet uitvinden. Heel wat brouwerijen hebben aangegeven wel te willen, maar weten niet hoe en hebben al helemaal geen tijd om dit allemaal uit te zoeken. Dat is toch heel spijtig.
Kleine brouwers dankbaar voor inzet bierconcerns
Gisteren hoorde ik CEO Alain De Laet, van de Belgische brouwerij Huyghe zeggen: “Daar zijn we toch in België heel goed in, samenwerken en het Belgische bier verkopen in het buitenland. Niet voor niets is de bierexport in speciaalbier zo groot en Belgisch bier zo’n sterk merk.” En voor iedereen die roept dat Belgisch bier passé is, de enorm groeiende exportcijfers van Belgisch speciaalbier laten toch iets anders zien. Vervolgens sprak De Laet zijn lof uit over de inzet van de grote brouwers zoals AB InBev. “Want zij kunnen de investeringen maken waar wij als kleinere brouwers in het buitenland van kunnen profiteren. Zij maken het pad waar wij vervolgens dankbaar gebruik van kunnen maken.” Natuurlijk denkt niet iedereen hier zo over. Het opmerkelijke is dat veelal de brouwers die vechten tegen de grotere bierconcerns het minste in export doen. Dat gehoord hebbende denk ik, ja zo kan je het inderdaad ook zien. Niet denken in belemmeringen maar in kansen. Dat schijnt een heel ander licht op de biermarkt. Het is overigens ook een marketingstrategie: “If you can’t beat them, join them!” En dan natuurlijk wel met behoud van eigen strategie, focus en bedrijf. Een strijd die daardoor niet gaat over biercontracten en grote versus kleine brouwers, maar over een gezamenlijke missie: Belgisch bier verkopen.
Lees ook:Exportlanden voor Belgisch bier
Lees ook:Export Belgisch bier stijgt opnieuw
Lees ook:‘Belgen lachen Hollanders uit’
Lees ook:Kleine brouwerijen krijgen het moeilijk
Lees ook:Weer minder bier gedronken!
Volgens mij hebben al heel veel brouwers ontzettend veel moeite om een fatsoenlijke binnenlandse distributie te krijgen. Laat staan dat ze over exporteren naar het buitenland na kunnen of willen denken. Elke distributie is wat dat betreft goed.